Meertaligheid is een troef, maar meertalig opvoeden is niet altijd vanzelfsprekend. Ouders twijfelen en krijgen vaak het advies om altijd Nederlands met hun kind te spreken. De kwetsbare situatie waarin sommige gezinnen leven, kan de uitdaging nog vergroten. Daarom is het cruciaal dat professionals goed geïnformeerd zijn en duidelijke, ondersteunende adviezen geven.
Hoe kan je ouders hierin begeleiden?
Benader meertaligheid positief en erken dat elke ouder het beste wil voor zijn of haar kind. Toon respect voor de taalsituatie en de culturele achtergrond van het gezin. Luister naar hun vragen en bespreek samen welke talen in hun leven een rol spelen. Een sterke basis in de thuistaal helpt bij de ontwikkeling van andere talen en versterkt de band tussen ouder en kind.
Moedig ouders aan om spontaan en intuïtief met hun kind te communiceren, zonder zich geforceerd aan een bepaalde taal te houden. Realistische verwachtingen zijn belangrijk: een kind heeft tijd nodig om een taal te verwerven. Dagelijkse interacties vol rijke taalprikkels – praten, spelen, zingen – zijn essentieel , net als oefenkansen buiten het gezin, zoals kinderopvang of vrijetijdsactiviteiten.
Er bestaat geen universeel beste manier om een kind meertalig op te voeden. Sommige gezinnen kiezen voor een duidelijke scheiding tussen talen, bijvoorbeeld “één ouder, één taal” of een taal per situatie. Anderen mengen talen spontaan. Wat telt, is dat ouders zich goed voelen bij hun keuze en consequent blijven in hun taalgebruik.