Een sterk partnerschap tussen ouders en de school kan een grote impact hebben op de taalontwikkeling van kinderen. Het is dan ook belangrijk om goed te communiceren met meertalige ouders, een vertrouwensband met hen op te bouwen en hen te ondersteunen en te versterken als het gaat om de talige ontwikkeling van hun kind, zowel in het Nederlands als in andere thuistalen. Meertalige ouders hebben immers vaak vragen over de kansen en uitdagingen van meertalig opvoeden, en als onderwijsprofessional kun je hen daarbij ondersteunen. Op deze pagina lees je hoe!
Het is goed om te weten dat er in Vlaanderen taalwetgeving is waar scholen zich aan moeten houden: er is de Onderwijstaalwet van 30 juli 1963, die voorschrijft dat de lessen in Vlaamse scholen in het Nederlands moeten verlopen, en er is ook bestuurstaalwetgeving, die voorschrijft dat ‘administratieve handelingen’ van scholen in het Nederlands moeten gebeuren. Het gaat dan bijvoorbeeld om brieven aan ouders, informatie over de school, de schoolwebsite, opschriften of (info)borden. Formeel gezien is er dus weinig discussie: alle schoolcommunicatie moet in het Nederlands.
In de praktijk is er echter wel wat bewegingsruimte, omdat het belangrijk is dat iedereen – ook mensen die het Nederlands nog niet voldoende onder de knie hebben – de kans moet krijgen om bepaalde informatie mee te krijgen. In bepaalde gevallen mag je dus ook andere talen gebruiken om informatie mee te geven, op voorwaarde je daar niet systematisch gebruik van maakt, een bijzonder doel nastreeft (bijvoorbeeld specifieke informatie meegeven) en ervoor zorgt dat de boodschap in de ‘vreemde taal’ volledig dezelfde is aan die in het Nederlands. Er zijn dus zeker mogelijkheden om met meertalige ouders te communiceren in andere talen dan het Nederlands, maar denk goed na over waarom en met wie je dat doet – zodat je die keuzes kunt verantwoorden. Hetzelfde geldt overigens voor mondelinge gesprekken.