Bij de meeste kinderen verloopt de taalontwikkeling perfect normaal – of ze nu in een of in meerdere talen opgroeien. Er zijn echter ook kinderen bij wie dat niet zo is, en bij wie er sprake is van een taalontwikkelingsstoornis of TOS. Dat is bij ongeveer 5 tot 7 procent van de kinderen het geval. Een TOS is wel vaak moeilijk vast te stellen, want bepaalde kenmerken ervan lijken soms op vrij normale stappen in de taalontwikkeling van meertalige kinderen. Daarom duurt het net bij meertalige kinderen met een TOS vaak lang(er) voor de stoornis wordt vastgesteld en ze de hulp en ondersteuning kunnen krijgen die ze nodig hebben.
Kinderen met een TOS verwerven spraak en taal bijzonder moeizaam, en botsen door die problemen op veel obstakels. Een aantal typische moeilijkheden die op een TOS kunnen wijzen, zijn: klankenreeksen moeilijk of niet kunnen herhalen of onthouden, spreken in korte en onvolledige zinnen, langdurig uitgangen van werkwoorden weglaten (‘hij loop’), en de inhoud van een verhaaltje moeilijk kunnen weergeven. Als je die zaken herkent, kan dat dus op een mogelijke TOS wijzen.
Weet wel dat het vaststellen van een TOS gespecialiseerde materie is, die de taak en rol van een leerkracht grotendeels overstijgt: logopedisten, CLB-medewerkers en leerondersteuners zijn het best geplaatst om te bekijken welke verdere stappen er gezet kunnen worden met kinderen die mogelijk een TOS hebben.