Feedback, feed-up en feedforward: het zijn krachtige tools die je als leraar de kans bieden om het (taal)leerproces van leerlingen een echte boost te geven. Je kan ondersteuning zowel individueel als klassikaal aanpakken, afhankelijk van wat de leerlingen in jouw klas nodig hebben. Zo zorg je ervoor dat leerlingen de stap kunnen zetten van wat ze wel al kennen en kunnen richting nieuwe kennis en vaardigheden.
Wat betekent dit principe?
Hoe pas je dat toe op meertaligheid?
Heb je meertalige leerlingen in je klas die nood hebben aan extra ondersteuning bij bepaalde opdrachten? Dan kun je hen daarvoor de thuistaal gericht laten inzetten. Dat kan bijvoorbeeld via preteaching, waarbij je al bepaalde woordenschat of leerstof met hen vóór de les overloopt, zodat ze in de les zelf beter kunnen volgen, of door hen vooraf al informatie over het lesthema te laten opzoeken in hun eigen taal. Misschien kun je in je klasbibliotheek ook boeken of materialen in verschillende talen voorzien, waarin leerlingen zaken kunnen opzoeken over de thema’s die in de les aan bod komen. In de les kun je leerlingen die er nood aan hebben ook vertaaltools zoals Deepl, Google Translate of Google Lens laten gebruiken. Werk je met Microsoft op school, dan zijn ook de insluitende lezer (met veel vertaal- en voorleesopties) en PowerPoint live (met ondertitelmogelijkheden in veel talen) interessante tools om in te zetten.