Eentalige leerlingen, die thuis in het Nederlands worden opgevoed, kunnen vandaag hun volledige taalrepertoire in de klas gebruiken, terwijl meertalige leerlingen het vaak maar met een klein deeltje daarvan moeten stellen. Dit maakt het schoolparcours voor hen vaak uitdagender. Uit onderzoek blijkt nochtans dat het functioneel inzetten van de thuistaal in de klas een positief effect kan hebben op zowel de schoolse prestaties van leerlingen als hun taalontwikkeling in het Nederlands.
Functioneel meertalig leren (FML) is een benadering waarbij je “de veeltalige repertoires van kinderen en jongeren benut om de kansen tot het ontsluiten van kennis te vergroten” (Sierens & Van Avermaet 2010). De thuistaal van de leerlingen kan een hefboom zijn bij het verwerven of versterken van een tweede taal, maar kan ook ingezet worden bij het verwerken van nieuwe leerinhouden. Dat maakt van de thuistaal van leerlingen een nuttig instrument in het leerproces. Wanneer meertalige leerlingen niet beperkt zijn tot het Nederlands, kunnen ze ook complexere taken uitvoeren en een dieper begrip van de leerstof ontwikkelen.
Een belangrijk voordeel van functioneel meertalig leren is dat het geen grote ommezwaai in het curriculum vereist. De vrees dat FML ervoor zorgt dat je als leerkracht je volledige aanpak en planning moet omgooien, is dus ongegrond. Wat wel nodig is, is een open en positieve houding ten opzichte van meertaligheid. Wanneer je de meertaligheid in je klas als een meerwaarde beschouwt, bied je alle leerlingen maximale leerkansen.